Mag ik je voorstellen aan mijn (huidige) ashramfamilie?

Amai, dat is lang geleden dat ik nog eens aan mijn laptop gezeten heb! Er is intussen natuurlijk zoveel gebeurd dat ik niet weet waar te beginnen! 🙂 Wat meteen ook geweldig raar klinkt, wetende dat ik me godbetert in een ashram bevind waar nauwelijks nog andere gasten zijn. Ik heb al altijd geschreven dat het hier rustig was en dat was ook nog nooit gelogen (behalve toen hier twee Russische dames met twee kids van 6 en 3 jaar warenâ€Ļ). Maar nuâ€Ļ echt. Ik geef even een overzichtje (al kan er elke dag iemand bijkomen of weggaan):

 

Mijn ashramfamilie: huidige stand van zaken
  • Een Belgische (35), zijnde mezelf.
  • De Colombiaanse Camila (32)
  • De verwesterde IndiÃĢr Kunal (36)
  • De Italiaan met Indische naam Pawan (47)
  • De Braziliaanse Zina (78)
  • De Indiase Pragati (25)
  • De Indiase Shephali (37)

Daarnaast zijn er nog een stuk of tien IndiÃĢrs, die we ‘de werkers’ noemen, zeven mannen en drie vrouwen. Deze ashramieten zijn bewoners van de ashram, al kan ik er zelf nog niet helemaal aan uit. Al deze mensen zijn namelijk een hele dag bezig: aan het werk als kok, poortwachter, schoolbuschauffeur, klusjesman, poetsvrouw, tuinman/vrouw, in de wasserette, in de koeienstallen â€Ļ Ze komen nooit naar de meditatietempel, yogahal, bibliotheek voor Satsang of collective reading â€Ļ Enkel de mannen zie je drie keer per dag aanschuiven aan het buffet en ’s avonds hun kamer binnengaan. De vrouwen niet: ze eten en slapen hier niet en ik snap niet waarom. Dat wil ik nog eens uitvlooien. Deze IndiÃĢrs praten ook niet veel, hoogstens enkele woorden met elkaar. Daar heb ik dus nauwelijks contact mee.

 

Dat de dames hier het werk doen, zeg ik u.

De twee Indiase meisjes Pragati en Shephali waren hier vorig jaar ook en verblijven hier opnieuw voor een langere periode. Hoewel ook zij heel wat taakjes hebben, vb. administratie, vertalingen, bloemen en planten water geven, sommige ruimtes onderhouden, soms helpen in de keuken â€Ļ , zijn ze iets contactvaardiger en nemen ze wel deel aan de meditatie, Satsang, reading en (in mindere mate) yoga. Zina’s verhaal moet ik nog verder achterhalen, maar haar Engels is behoorlijk primitief. Naar verluidt heeft ze hier tussen 1993 en 2000 continu gewoond en is ze nu na 18 jaar terug. Dat zijn geruchten en die bronnen moet ik dus nog dubbelchecken. Ze is hier nu terug voor een jaar en doet een beetje van alles en nog wat, voornamelijk in en rond de eetzaal, het winkeltje en all around. Zina, Camila en ik serveren samen het (eenzijdige) buffet. Pawan praat perfect Engels, maar doet dat zelden. Je ziet hem bij het eten, in de meditatiehal en bij Satsang, en hult zich ten allen tijden in stilte. Gedurende de rest van de dag zie ik hem nooit ergens met iets bezig, waardoor ik vermoed dat hij hele dagen in zijn kamer zit te mediteren, lezen â€Ļ weet ik veel en het zijn mijn zaken ook niet.

 

Colombiaans gekwetter

Camila is hier twee weken geleden komen aanwaaien. Ze had er toen al een maand India opzitten: ze bezocht samen met haar ouders verschillende steden en plaatsen. Heel impulsief heeft ze beslist om er daarna nog vier maanden aan te breien in haar eentje. Ze heeft haar job opgezegd, haar appartement verhuurd, net als haar paard trouwens, en hop: eropuit! Ze kwam naar de ashram om de rust en stilte op te zoeken, ook in zichzelf, maar naar eigen zeggen slaagt ze daar niet in. Er is er inderdaad maar een die je hier hoort kwetteren en dat is Camila. Ze praat nogal luid en lacht veel. Dat is zeker plezant, maar niet gebruikelijk hier. ’t Is een heel toffe en zonnige madam, met wie ik al veel interessante gesprekken gevoerd heb. Ik hou ervan als mensen durven kijken naar en nadenken over hun gedrag en gedachten. Maar ik moet toegeven dat ik de laatste twee weken dus ook niet bepaald de rust en de stilte in mezelf gaan opzoeken ben. 🙂

 

Verwesterde oosterling is het noorden kwijt

Al zeker niet toen vorige week Kunal kwam binnenvallen. Bijna letterlijk, want die jongen was gewoonâ€Ļ uitgehold. Hij heeft een hoge functie bij een Indiase investeringsbank, waarvoor hij tweederde van het jaar in Singapore, New-York of andere grote steden zit. Hij werkt gemiddeld zestien uur per dag en naar verluidt gaat het er in die sector ongezond aan toe. Hij is erg verwesterd, wat ik bijna verwilderd zou noemen. Hij komt hier om te bezinnen, want zo kan het volgens hem niet langer. Kunal was de eerste dagen echt het noorden kwijt. Hij had zich voorgenomen om na deze ‘vakantie’ zijn ontslag te geven en het roer om te gooien, maar hij wist niet waar en hoe te beginnen. Hij voelde zich erg verloren, zo zonder houvast van zijn werk. Hij kreeg ook vrij snel last van afkickverschijnselen en smachtte naar een stuk vlees en een glas bier. Als je elke dag meerdere glazen bier drinkt (de laatste maand had zijn app er duizend geregistreerd – waarom heeft een mens in godsnaam zo’n app?), kan je een verblijf in de ashram wel degelijk een cold turkey noemen. Hij doolde door de ashram op zoek naar afleiding, zolang hij maar niet met zichzelf geconfronteerd moest worden, wat vroeg of laat natuurlijk sowieso gebeurt. Omdat er hier niet zoveel afleiding is, overwoog hij een andere ashram te zoeken, te gaan bungeespringen, een trekking te doen â€Ļ Grappig hoe krampachtig hij op zoek is naar vluchtwegen.

 

Verleiding en goesting

Na drie dagen had Kunal al last met het eenzijdige buffet hier en ik maakte de fout door te mompelen dat hij dat vooral niet moest zeggen tegen iemand die al twee maanden elke dag hetzelfde at en door opgeblazen en geconstipeerde ingewanden eigenlijk intussen bijna niets meer at. Sindsdien vraagt hij geregeld om buiten de ashram iets te gaan eten. Dat is natuurlijk extreem verleidelijk voor mij, maar ik wil het niet. Natuurlijk smacht ik ook naar al het lekkers dat de Indiase keuken verder te bieden heeft, maar ik ben ervan overtuigd dat ik meer bereik met het kweken en gebruiken van wilskracht dan om toe te geven aan de eerste de beste verleiding. Dat is immers hoe wij – mensen – over het algemeen ageren en reageren: niet op basis van gezond verstand en wilskracht, maar op basis van goesting. Goesting bevredigt op korte termijn onze verlangens wel, maar daarmee bereiken we op lange termijn zelden of nooit onze doelen. (En dan maar zeuren dat we willen afvallen of onze conditie moet verbeterenâ€Ļ) Het is een quote die ik bij YAR hoorde, die me daar voor het eerst mee confronteerde:

“De belangrijkste oorzaak van mislukking en ongeluk is het verwarren van
wat we het meest nodig hebben met wat we op dit moment nodig hebben.”

En als we het over kleine crimineeltjes hebben, vinden we dat natuurlijk heel erg waar: in plaats van te kiezen voor een nieuwe shot drugs (wat ze denken ‘op dit moment nodig te hebben’), zouden ze beter afkicken en zich concentreren op hun school (wat ze het meest nodig hebben). Zo oordelen we over hun gedrag. Maar ik heb bij YAR geleerd dat al die dingen ook op mijzelf van toepassing zijn: wanneer je met een belerende of verwijtende vinger naar iemand wijst, wijzen er minstens drie vingers terug, nietwaar? 🙂 Ik vind het geweldig interessant en verrijkend om naar mijn eigen gedrag te kijken, dat te proberen veranderen en geregeld ook te falen.

 

Gefaald met grote sier

Gefaald heb ik dan ook deze week. ’t Is te zeggenâ€Ļ Ik had een zoveelste voorstel van Kunal gecounterd met een tegenvoorstel. Sinds vorig jaar al ben ik erg benieuwd naar de momo’s die ze hier verkopen in een stalletje op vijf minuten wandelen. Momo’s zijn Nepaleese deegtasjes, te vergelijken met de Chinese dumplings. Ik heb ze al een paar keer in Rishikesh gegeten, maar naar verluidt zijn deze hier ook heel lekker. Het is vlakbij, dus we moeten de stad niet in. Ik had voorgesteld om ze eens te gaan proeven, nadat we een klein beetje van de lunch gegeten hadden (want momo’s zijn eigenlijk een snack, geen echt gerecht). Zo gezegd, zo gedaan, alleenâ€Ļ was het stalletje gesloten toen ons moment daar was. Er kwam net geen stoom uit Kunals oren en hij twijfelde geen seconde om te zeggen dat hij de auto zou nemen en ergens anders naartoe zou rijden. (Een auto ter beschikking hebben maakt de mogelijkheid en dus de verleiding om eropuit te gaan natuurlijk nog veel groter.) Camila en ik hadden honger genoeg om hier niet tegenin te gaan. Omdat wij geen verstand hebben van betrouwbare restaurants op de Indiase ‘boerenbuiten’, hebben we ons laten leiden door Kunal die natuurlijk in zijn nopjes was. We eindigden in een restaurant dat ik zelfs als chic zou omschrijven en waar ik me geweldig ‘underdressed’ voelde met mijn topje en flodderbroek. Kunal bestelde allerlei verschillende gerechtjes waarmee hij ons (en zichzelf natuurlijk) wou plezieren. Hij vroeg zelfs om iets te maken dat niet op de kaart stond en ik kon me niet van de indruk ontdoen dat hij zich weer even in een werksfeer waande. Hij gaat heel vaak uit eten met klanten, op wie hij natuurlijk met grote sier indruk wil maken. Het eten werd op ons bord geschept aan tafel, er waren speciale citroendoekjes te beschikking om onze handen mee af te kuisen en ik kreeg een extra stoel om mijn vuil en beduimeld rugzakje op te zetten, zodat het niet op de grond moest staan. En genoten dat ik heb â€Ļ 🙂

 

Yogavariatie

Daarna hadden we alle drie wat last om ons elegant op onze yogamat te begeven. 🙂 Camila en Kunal zijn mijn enige twee (trouwe) ‘leerlingen’ en ze vroegen om in de namiddag ook les te krijgen. Nu het geen vocal yoga meer is, heb ik toegezegd en dus geef ik sinds enkele dagen twee lessen per dag. Al probeer ik er wel wat variatie in te brengen. In de namiddag integreer ik bijvoorbeeld wat yogafilosofie, een mantra en zelfs wat yoga-anatomie. Hoewel Kunal erg verwesterd is, kent hij meer van yoga dan ik. Niet wat de fysieke asana’s betreft, maar wel de verhalen, de symboliek, het gedachtengoed â€Ļ Het zit nu eenmaal verweven in het Hindoeïsme en de Indiase cultuur, en ze krijgen alles van kleinsaf met de paplepel ingegeven. Ik denk dat het goed is dat Kunal ze zich op deze manier terug herinnert. Maar het is ook goed dat de namiddagyoga op deze manier wat minder intensief is, want het is gewoon te heet voor meer actie.

 

Grete goes Garfield

Het is niet van mijn gewoonte, maar ik heb dus last van de warmte. Toen ik dat vorige keer geschreven had, werden we de volgende dag prompt getrakteerd op een kletsnatte regendag met fiks onweer. Een verfrissende afwisseling dus. Ik geniet ervan om ’s morgens om 6u al op teenslippers te kunnen rondlopen en tot ’s avonds in een topje. Maar tussenin maakt de warmte mij vooral lethargisch en doe ik (soms net niet hard genoeg) mijn best om niet in het midden van de dag te liggen slapen. 🙂 Dan lig ik met benen en armen gespreid onder mijn full speed fan sympathie te voelen voor Garfield. Wanneer de ‘echte’ bedtijd dan aangebroken is, laat ik alle ramen en deuren openstaan en kruip ik dicht tegen een nat washandje aan, dat tijdens het obligate nachtelijke wc-bezoek nog eens extra bevochtigd wordt. De kans is reÃĢel dat ik daar binnenkort een natte handdoek van maak. Het is goed dat mijn werkjes overdag me verplichten om toch wat actie te ondernemen. En nu we met zo weinig zijn, komen de werkjes nogal eens bij dezelfde mensen terecht (in de eerste plaats bij Shephali en Pragati, moet ik eerlijk toegeven).

 

Het gevecht met het stof: rug recht, borst vooruit!

Over mijn karma yoga gesproken: ik heb de oplossing gevonden voor mijn gebroken rug tijdens het vegen van de meditatiehal (of de bibliotheek, die nu echt helemaal onder mijn hoede valt). Ik ben aan het knutselen geslagen! Ik had namelijk in een of ander opberghok een lange steel zien staan, waar in een vorig leven een dweil aan had gezwabberd. Ik heb hier warempel ook tape gevonden en daarmee heb ik de korte bezem aan de lange steel bevestigd. Sindsdien is vegen als het ware een feest! Het gaat een stuk makkelijker, sneller en minder pijnlijk. Enkel mentaal loop ik soms nog wat te vechten met het concept kuisen, maar dat noemen we dan ‘groeimarge’. 😉 Ik heb uit enthousiasme nog zo’n tweede bezem geknutseld, want wie weet wordt hij hier wel populair (zou ik er een patent op nemen? 🙂 ). En alsof mijn geluk niet op kan, heb ik hier ook nog eens een splinternieuwe stofzuiger gevonden. Al twijfel ik nog of ik ‘stofzuigen in India’ een Sisyfusarbeid zou noemen of eerder met het vat der Danaïden zou vergelijken. 😀 En zo blijf ik hier mijn amusement hebben!

4 gedachten over “Mag ik je voorstellen aan mijn (huidige) ashramfamilie?”

  1. Alweer enkele leuke ervaringen, of zo klinken ze toch zoals jij ze vertelt! Amuseer je nog maar wat, want ja, over enkele weekjes heeft de ashram alweer een bewoonster minder, nietwaar?
    Wat de warmte betreft: we hebben hier ook enkele hete dagen achter de rug. Zo’n 25, 26 graden! Niet min voor midden/eind april he! Maar volgende week mogen we er zo’n 10 graden aftrekken. WÊg, instant zomer- Ên vakantiegevoel. Maar goed, the best is yet to come zeker, he!?
    Dikke knuffel van ma!

    1. Oh, is het alweer over enkele weekjes…? Wat gaat het snel. Maar sowieso zouden de temperaturen me hier wel wegjagen. En ik ben er klaar voor, hoor, om terug te komen. Zelfs al liggen de temperaturen 20 graden lager. Tot snel!

  2. Martine De Bruyne

    Hi Grete,
    Het is met een diep scharlakenrood op de wangen dat ik moet bekennen pas nu een kijkje te hebben genomen op die wervelende, machtig interessante en boeiende blog “Grete vliegt”… Alhoewel, “kijkje” klinkt oppervlakkig en van korte duur, maar ik ben heel gestructureerd vanaf het begin beginnen lezen. Wauw, ik weet al langer dat je over een vlotte pen (en dat is een kanjer van een understatement) beschikt, en je brengt het leven in India en in de ashram werkelijk tot leven, je schildert het als het ware met woorden (niet met veger waarop je een patent zou kunnen nemen dus ?). Je hebt duidelijk al een hele weg afgelegd, en ik zou dat zeker nooit kunnen voorspeld hebben ! Zoals jij geleerd hebt om in het leven alle overbodige ballast overboord te gooien en uit de essentie wijsheid, rust en energie te puren, het is voor mij een huzarenstuk dat ik niet zou kunnen volbrengen. Best te geloven dat je op je innerlijke reis veel over jezelf en de anderen te weten komt, waarschijnlijk is dat ook de reden waarom zo weinig stervelingen zich daaraan wagen…
    In elk geval : geniet nog van de laatste weken India en gebruik dan je verblijf in Rome om een soepele overgang te maken naar Life in Bornem en omstreken ! Het ga je goed !
    Lieve groeten,
    Martine ???
    (Hoe speel je het in godsnaam klaar om al die termen te onthouden ?!?)

    1. Hi Martine,

      welkom op mijn blog! Blij dat je ook eens een gestructureerd kijkje bent komen nemen. 😉 En bedankt voor de complimenten. 🙂
      Ik zie het inderdaad wel zo: dat je veel over jezelf Ên anderen te weten komt als je even onder de oppervlakte (naar binnen dus) duikt. Wat je daar ziet, is tegelijk aartslelijk als wonderlijk mooi. Ik heb op mijn weg inderdaad een en ander overboord gegooid, wat hier op deze plek veel makkelijker is dan thuis (alleen al omdat onze cultuur en manier van denken en dus doen helemaal anders is). En het moeilijkste moet dan ook nog komen: die zogezegde wijsheid, rust en energie bewaken/bewaren wanneer ik terug thuis ben. Duim voor mij! 😉
      Groetjes, Grete

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven