Ik wist al dat ik aan een bepaalde vorm van FOMO (fear of missing out, voor de boomers 😉 ) lijd en die wordt hier in Tiruvannamalai nog maar eens duidelijk. Er is hier zoveel te doen en ik moet kiezen waar ik naartoe zal gaan! En kiezen is toch altijd ook een klein beetje verliezen.
Soul Events
Dankzij Nathalie en Adam – de me de eerste dagen op sleeptouw namen – wist ik mijn weg hier al snel zelf te vinden aan de hand van een aantal oriëntatiepunten, zoals de ashram, de tempel, een paar bekende en goeie restaurantjes of plezante winkeltjes … Ook de huisjes zijn herkenbaar: ze hebben allemaal vrolijke kleuren en accenten – helemaal iets voor mij! Het duurde niet lang of ik ging alleen de boer op. Nathalie had me ook toegevoegd aan de WhatsApp-groep ‘Soul Events in Tiru’, waarin dagelijks tal van activiteiten gepost worden. Wie ergens een yogales, kirtan of ecstatic dance wil organiseren, gooit het gewoon daarin en bereikt meteen de 250 groepsleden. Er was op een gegeven moment zoveel te doen, dat ik het overzicht verloor. Een agenda heb ik hier (natuurlijk) niet bij, dus heb ik er maar zelf eentje gemaakt met cursuspapier dat ik bij had! 😄 #typischGrete
My friend
Tijdens een lesje Hatha yoga ontmoette ik de schone jongen Jesse (NL). Die bleek op zoek naar een nieuwe verblijfplaats, dus ik tipte hem het gastenverblijf waar ik intussen naar verhuisd was. Het hotel begon me een beetje te duur te worden, zeker omdat ik niet op voorhand had beslist hoe lang ik in Tiru zou blijven. Sandeep en Zaida vertelden dat er bij hen nog een kamer vrij was, dus ben ik naar Dwarka Guest House verkast, een aanrader. Om maar te zeggen: zo snel leg hier contacten. Gelijk waar je bent – zeker als je alleen ergens komt – geraak je meteen aan de praat en voor je het weet, noem je elkaar ‘my friend’ en zet je elkaars nummer in je telefoon. I love it!
Alarmbel
Een nieuwe Amerikaanse vriend leerde ik kennen toen ik probeerde een pakketje naar huis op te sturen. Al noem ik hem liever een reddende engel of een geschenk uit de hemel. Want zoals gezegd, is dat een van de hachelijkste ondernemingen waaraan je je in Tiruvannamalai kan wagen. Het ging als volgt (en ik verzin dit NIET):
Toegegeven: ik had iets te veel geshopt (cadeautjes voor het thuisfront uiteraard! 😉), waardoor mijn bagage – die al erg zwaar was – buitensporige proporties had aangenomen. Vijf jaar geleden had ik vanuit Rishikesh twee keer een pakketje naar huis opgestuurd en dat was zoals we dat zeggen poepsimpel. Dus nu dacht ik rond 11.30u: ik ga snel even naar de post (op amper 7 minuutjes wandelen van mijn nieuwe verblijf) en dan lunchen. Ik was het heel even vergeten, maar als je in India denkt dat je ‘snel even’ iets gaat doen of iets verzint dat op een plan begint te lijken, dan moeten er vijftig alarmbellen afgaan en evenveel noodsignalen uitgestuurd worden. Dat moet je namelijk echt niet doen, da’s verloren moeite. Of je moet vooral géén verwachtingen hebben.
Dreiging voor de staatsveiligheid
Naïef optimistisch als ik ben, trek ik met 8kg bagage in drie verschillende tassen naar het postkantoor. Daar zijn vijf wachtenden voor mij, al is het onduidelijk wie er aan de beurt is. Dankzij de interventie van een westerse man (de Amerikaanse engel, bleek later) wendt een postbeambte zich uiteindelijk toch tot mij, zij het met lichte tegenzin. Ik moet laten zien wat ik allemaal wil versturen en sommige dingen worden zeer kritisch onder de loep genomen. Want zeg nu zelf: aftersun, theepoeder en boeken kunnen wel eens zeer bedreigend zijn voor de staatsveiligheid. Die mogen er dus niet in, enkel kleren. Vervolgens moet ik drie identiek dezelfde papiertjes invullen, waarop er onvoldoende hokjes staan voor alle letters die ik nodig heb om de adresgegevens te noteren. Ik voel dan al dat dit risky business gaat worden…
Zwaai zwaai
Er is ook een kopie van mijn paspoort nodig. Ik geef mijn pas, omdat ik denk dat ze in het postkantoor wel snel even een kopietje kunnen maken. Think again. Dat moet ik zelf ‘ergens’ doen, maar ik krijg geen antwoord op mijn vraag ‘waar?’. Ik moet ook zelf mijn spullen inpakken. Op dezelfde vraag ‘waar?’ en ‘hoe?’ komt opnieuw geen antwoord, enkel een zwaaibeweging van de hand terwijl de postbeambte zich al omdraait en weg gaat. De Amerikaan zegt dat er verderop in de straat een plaats is waar ze je helpen om je zending in de juiste doos te verpakken. Ik prop dus al mijn spullen opnieuw in de drie tassen en ga op zoek naar die plek. Ik vraag het in de straat nog drie keer en telkens krijg ik een gelijkaardige zwaaibeweging van de hand, maar dan telkens in een andere richting. Daar ergens tussenin merk ik op een onooglijk klein huisje dan uiteindelijk toch een bordje met ‘parcels’ op. Oef!
Pakketje stikken
Ik ga een klein gangetje door, waar ik letterlijk over een koe moet stappen (ik verzin dit NIET) om bij de deur te komen. Door de vliegendeur zie ik een gezinnetje zitten eten voor de televisie – het is intussen immers lunchtijd – maar ik ben wel degelijk aan het juiste adres. Het is er erg klein en donker, enkel de tv geeft licht. Op de grond zitten enkele mensen te eten en na een tijdje herken ik plots de postbeambte van even voordien. Het is haar eigen moeder die de dozen voor de pakjes verzorgt, maar het kwam blijkbaar niet in haar op om me even te escorteren, aangezien ze toch naar huis zou gaan om te lunchen. Met de ogen nog strak op de Bollywood-soap gericht, zoekt de vrouw een passende doos voor me uit. Wanneer al mijn spullen erin zitten, tapet ze die zorgvuldig af en vervolgens begint ze van enkele stukken stof een gepaste zak te stikken. Blijkbaar is dat de manier waarop pakjes moeten verstuurd worden… Het duurt een tijdje, dus ik laat me intussen meeslepen door de aangrijpende dramaserie met een tikkeltje overacting en een hartverscheurende climax, waar ‘Thuis’ nog iets van kan leren.
Zenuwinzinking
Een half uur later sta ik met een mooi aangekleed pakketje weer buiten, dus ik terug naar de post. Ik zie vier mensen achteraan zitten eten, maar niemand verroert zich. Eentje wijst uiteindelijk naar de klok: “Lunchbreak, wait till two”, klinkt het. Ik haal even diep adem en laat me op een stoel zakken om een kwartiertje mijn zenuwinzinking terug te dringen. Klokslag 14u staat er iemand aan de balie om mijn pakje in ontvangst te nemen. Het lijkt de goeie kant op te gaan, maar ook dat is een gedachte die je maar beter meteen bant. Er kan namelijk enkel cash betaald worden en ik heb niet genoeg meer op zak. Bon, op zoek naar een ATM dan maar. Wanneer ik buiten ga, word ik snel nog gewaarschuwd (wat eigenlijk al een verrassing op zich is) dat ik wel voor 14.30u terug moet zijn, want dan sluit het kantoor… Tuurlijk!
Spreekt (niet) voor zich
Onder een loden zonnetje spurt ik op teenslippers naar de hoofdstraat, waar ik meteen iemand aanklamp die me richting een ATM wijst met de voorzichtige woorden die in India altijd van toepassing zijn: ‘It usually works”. Die ‘usually’ is erg veelzeggend, want in dit land mag je niets als vanzelfsprekend beschouwen. En uiteraard spreekt het deze keer wél voor zich dat geen van de twee geldmachines doet waarvoor het gemaakt is. Er is geen andere ATM in de buurt, dus ik terug naar de post: ‘Of ik het pakketje daar kan laten en morgen mag komen betalen?’ Da’s een moeilijke… Ze zitten met ratten, begrijp je wel? Ik bel naar ‘my friend’ Sandeep of hij en Zaida voldoende cash op zak hebben en of ze me kunnen voorschieten binnen dit en intussen 10 minuten. Hoera! We spreken af dat we allebei in elkaars richting beginnen te wandelen, om elkaar in het midden te ontmoeten voor de geldtransactie. So far so good!
Onbegrijpelijk
Terug in de post staan er weer vier wachtenden voor mij. De Amerikaan, die intussen ook met zijn pakje wandelen was gestuurd en op dat moment het kantoor binnenkomt, helpt me om de aandacht van een bediende te trekken. Ik ga je nooit kunnen uitleggen wat voor tafereel er zich vervolgens afspeelt, maar van de vier bedienden zijn er twee met iemand bezig en de twee anderen veranderen nu en dan van plaats of houding, zonder dat hun acties enig resultaat inhouden. Onbegrijpelijk hoe moeilijk het hier is om te mogen betalen. Wanneer dat eindelijk achter de rug is, blijf ik achter met welgeteld 45 Indiase roepies, wat neerkomt op €0,50. Op zich niet verkeerd – daar kan ik nog twee chai’s van kopen!
Geldzoeker
Toch voelt het een beetje onhandig om zo platzak door India te lopen, terwijl de dichtstbijzijnde ATM geen garanties geeft op verandering in die status. De Amerikaan – die al sinds 11.30u met me meevoelt en mijn zenuwinzinking probeerde af te remmen met de woorden ‘I feel you. I was once like you. Now I know better.’ – staat nu op het punt zijn titel van Reddende Engel te verzilveren. Zelf moet hij morgen weer terugkomen met zijn pakje, want het kantoor is intussen gesloten. Maar hij belt voor mij zijn persoonlijke taxichauffeur, die hem altijd overal mee helpt. Hij geeft hem de opdracht om met mij door Tiruvannamalai te rijden tot we een ATM gevonden hebben die werkt, whatever it takes. De kosten neemt hij op zich. (Ah ja, want als we geen werkende ATM zouden vinden, kon deze geldzoeker de tuktuk ook niet betalen.) Slechts drie ATM’s en een klein uur later sta ik met de maximum hoeveelheid cash die je kan afhalen weer terug aan mijn verblijfplaats. Bon, lunchke om 15.30u dan?
“Duur” uiteten
Ach, achteraf kan ik er echt wel om lachen. En het confronteert me met het gemak en de vanzelfsprekendheid waarmee wij in België dingen doen, waardoor we zo verwend, ongeduldig (en daar had ik al geen overschot) en veeleisend zijn geworden, dat we dit soort dingen mentaal gewoon niet aankunnen. 😊 En gelukkig lopen er dingen ook gewoon goed. Zo heeft deze stad heel wat ‘verwesterde’ restaurants, waar ik gerechtjes kan bestellen die smaken zoals thuis of zelfs nog beter! Erg duur in vergelijking met de Indiase tentjes, maar nog steeds slechts €5 voor avondeten. Geregeld eet ik samen met Sandeep en Zaida of met Jesse, maar evengoed installeer ik me ergens in mijn eentje. Dan neem ik me voor om eindelijk verder te lezen in mijn boek onder het genot van een kaneelkoek of vers fruitsap, maar altijd geraak ik wel aan de praat met iemand.
Royalty
Met Nathalie bezocht ik de indrukwekkende Annamalaiyar tempel. Ik weet niet hoe het kwam, maar we (b)leken de enige twee witte bezoekers te zijn. Dat maakte dat sommige mensen meer oog hadden voor ons (Selfie, please?) in plaats van voor de imposante gopurams (torens), Nandi’s (heilige stieren) of de zaal met duizend pilaren. Ik weet nu dus een beetje hoe het voelt om een celebrity te zijn. Of moet ik zeggen royalty? Want nu mijn haar intussen een stuk langer geworden is, word ik hier al eens vergeleken met prinses Diana, wat ik natuurlijk een grappig maar zeer mooi compliment vind. En het leuke is: de eerste keer dat iemand me dat zei, was vijf jaar geleden in de ashram, toen ik ook in drie maanden geen kapsalon binnen geweest was. En ook thuis is dat compliment me al twee keer te beurt gevallen, vb. toen de Netflix-serie The Crown een hit werd. En nu vier keer in een week tijd! Ik ga me toch vragen stellen bij Diana’s kapper…
Hahaha zalig telezen! Geniet er nog van en tot gauw? 😘
Ja, ja, om te lezen is dat allemaal zalig! 😉
Ik heb ook plezier beleefd aan de gekke situaties waarin je verzeild geraakt!
Hi Rita,
ja, vanop afstand is dat plezant, hè! 😀 Haha, nee, ik kan er nu echt wel om lachen. Zo is het hier gewoon de hele tijd.
Groetjes!
Niet te schatten, jij!
Ah, het zal aan mij liggen! 😉
Hoe lang deed je erover om je zenuwinzinking te boven te komen 😢😢??!! Geef mij een paar dagen aub 😉☺️! Leuk om te lezen, maar toch niet om mee te maken hé!!
En wat ik zo grappig vind: tijdens mijn (ik denk eerste) bevallingsverlof ging ik (met ons E dan?) even op bezoek op school. Commentaar van Jeannine: Amai, precies prinses Diana! 🤔😀!!
Geniet nog hé!
Geen zorgen, een chai later was ik al voor het grootste deel gerecupereerd. 🙂
Ik heb ooit een foto van jou gezien – ik gok dat je daarop eind de 30 was. En daarop zag ik ook gelijkenissen met Lady Di. Dus ja, ’t zal er dan ergens wel inzitten, zeker? 🙂
Hey Grete
Merci voor de leuke verhalen. Al vond ik deze postkantooranekdote toch een beetje een horrorstory.Zen-zijn lijkt me een basisvoorwaarde in India, maar dat is een open deur instampen, waarschijnlijk. Veel plezier en hou het veilig! Eric
Hi Eric!
India is het beste land om yoga/mindfulness/zen te oefenen, dat is zeker! Rustig blijven is de enige optie in al die zotte toestanden hier. Je kan roepen of tieren, maar het zal nergens iets aan veranderen en de enige die er last van heeft, ben jij. Dus diep ademhalen en glimlachen is de plezantste manier om ermee te dealen. Als ik dat maar een tijdje kan vasthouden wanneer ik terug thuis ben… 😉
Groetjes!