De eerste 24 uur op Indiase bodem

Ik moet toegeven dat ik een beetje in de war ben met de uren en de dagen, maar ik denk dat ik nu iets meer dan een etmaal in India ben. Ik ben maandag rond 15u opgestegen. Toen ik 6,5 uur later een tussenstop maakte in Dubai, was het (daar) plots 00.30u. En toen ik om 9u in de taxi stapte aan de luchthaven van Kochi, leek het voor mij nog nacht. Wat het eigenlijk ook was. Eens ik een beetje geïnstalleerd was op mijn kamer in de yogaschool, gunde ik mezelf een powernap van anderhalf uur, wat er uiteindelijk drie geworden zijn en ik dus ergens in de namiddag iets van ontbijt at. En wanneer ik dit schrijf, zijn we alweer woensdag. De tijd vliegt. Die ook al… 😉

Vleugje divagedrag

Alles is prima verlopen: vluchten, overstap, bagage … Oké, mijn koffer was twee kilogram te zwaar geladen, dus dat moest ik aan de incheckbalie even overhevelen naar mijn handbagage. #gênant Met de yogaschool was afgesproken dat een taxi me zou komen oppikken aan de luchthaven. En toen ik daar buiten kwam, was mijn vreugde groot. Er stond niet enkel effectief een taxi op mij te wachten, maar ook een chauffeur met een bordje met míjn naam op! Daar had ik nu stiekem op gehoopt, zie. Altijd als je naar de uitgang van een luchthaven loopt, zie je een rij mensen die reizigers staan op te wachten: familie en vrienden of taxichauffeurs en reisbegeleiders met een bordje in de hand van hun verwachte gast. Ik heb ook altijd zo’n ontvangstcomité gewild en vond het altijd jammer dat ik mijn naam nooit terugvond op zo’n bordje. Dan loop je langs die rij en maakt het niemand wat uit. Nu stond er dus iemand voor me klaar en ik was de verwachte gast. Fancy! Stralend liep ik langs de rij. (Een vleugje divagedrag te gepasten tijde sta ik mezelf toe.)

Mooi, groot en rustig

Volgens Google Maps zou de rit een half uurtje duren, maar dat is buiten het Indiase verkeer gerekend natuurlijk. Dat was ik even vergeten. Of ik had gedacht dat het in het zuiden misschien anders zou zijn dan in het noorden. #whishfulthinking Heel even had ik de indruk dat dit deel van het land minder competitief was in het beoefenen van de nationale sport: claxonneren. Maar nee, hoor, ze dingen hier vlotjes mee naar de gouden medaille. Zoals ik hier al schreef, is het echter vooral irritant en storend voor Belgische oren, maar er gaat geen agressiviteit vanuit. Toen we het domein van de yogaschool op reden, was ik aangenaam verrast: het is hier mooi, groot en rustig. De school bevindt zich wat afgelegen van de drukke wegen in gebouwen van een ashram, al hebben beide blijkbaar niet echt iets met elkaar te maken. De officiële rondleiding moet nog komen, maar op mijn verkenningstochtje kwam ik enkele mooie gebouwen en huisjes tegen, veel bomen, planten en struiken, een medicinale tuin, een dieren- en vogelpark(je) met o.a. geiten, struisvogels en diamantduiven, een speeltuin(tje), een standbeeld van Gandhi, inspiratiequotes in de bomen en vooral veel vriendelijke ashramieten die enthousiast zwaaiden en namasté zeiden. Wat ik op mijn weg naar hier verrassend genoeg niet of weinig zag, waren loslopende koeien, honden en apen, waar het in Rishikesh van krioelt.

De daad bij het woord

Het is hier op het domein dus mooi, maar zoals wel vaker in India mag je niet te dichtbij komen. Ik was eventjes vergeten dat het in dit land erg moeilijk is om dingen proper te houden. (Ik weet niet zeker of het van willen of kunnen is, maar ik geef hen nog het voordeel van de twijfel.) Ik ben nogal netjes van aard – iedereen heeft namelijk recht op zijn neurose – en sommige mensen zullen daarom denken dat ik weer aan het overdrijven ben. En toegegeven, een vleugje drama te gepasten tijde sta ik mezelf toe, maar velen zouden het deze keer begrijpen (of er zelf wat extra drama aan toevoegen). Ik heb vijf jaar geleden al heel wat knoppen moeten omdraaien om die zes maanden zonder zenuwinzinking door te komen en sommige zelfs helemaal uit moeten zetten. Op bepaalde vlakken had de knop nu dus nog maar een kwartslag nodig om weer mee te zijn met Indiase normen. Beestjes bijvoorbeeld zijn overal, net als stof. Mieren, spinnetjes, keverachtigen, muggen en andere insecten, ik heb ze er meteen bijgenomen. En zeker ook de gekko, die ik tot mijn huisdier Gerrit heb gedoopt, want die eet al dat gespuis op. De knop ‘creatieve oplossingen zoeken’ staat dus permanent aan. Zo heb ik één raam waar het gordijn niet open kan en één raam waar er geen verduistering is. Beetje lastig, want ik slaap best/liefst in het donker. Waterdicht is het (letterlijk en figuurlijk) niet, maar ik heb een hoofdkussen met twee wasknijpers aan het raam gehangen. Indian style! (De kamers zijn trouwens niet wat de foto’s op de website van de yogaschool tonen. 😉 )

Douche = bad

Moeilijker heb ik het met de hygiëne in badkamer, keuken en eetzaal, of het gebrek eraan. In de spiegel herkende ik nauwelijks mezelf, al kan dat ook met de jetlag te maken hebben. Dingetjes die op dode insecten lijken, liggen op de vensterbank van de badkamer. De enige plek trouwens waar ik iets van tandenborstel, zeep of deodorant kan zetten, want er is nergens een schabbetje of kastje. De rand van de wastafel vermijd ik liever, want die is vuil (stof en kalk vermoedelijk) en bovendien zo smal dat alles wat erop staat er met de minste beweging weer kan afvallen en ik heb geen zin om mijn tandenborstel van achter het toilet te vissen. Het toilet dat bovendien helemaal nat is, want de douche staat er vlak naast/voor. Ik heb de douchekop zoveel mogelijk naar de muur gericht, maar het baat niet: na het douchen sta je precies in een bad. Ik heb al drie keer naar een dweil en aftrekker gevraagd, maar ik moet nog wennen aan de Indiase tijd die hier ‘binnen twee minuten’ wordt genoemd. Uit de douche komt bovendien enkel koud water. Ik kan dus verder oefenen met het koud douchen dat ik na de Wim Hof-introductie gestart ben. Heel erg is het niet, want de temperaturen zijn hier hoog genoeg. Maar als ik toch warm water wil, moet ik een kraantje op kniehoogte gebruiken. Oh ja, en zei ik al dat beide kranen lekken?

Brug te ver

Toen ik de eerste keer naar de eetzaal werd geleid door de Ayurvedische dokter toonde ze me de borden en het bestek en zei letterlijk (met sterk accent): ‘Je kan ze daar buiten aan de gootsteen best eerst afwassen. Ze zíjn al afgewassen, hoor, maar toch …’ Zij weet ook hoe nauw het hier niet altijd genomen wordt met netheid. Toiletpapier wordt hier normaal niet echt gebruikt. Je hebt een emmer en een gietbeker (the Indian ‘bucket bath’) of zelfs een sproeier naast het toilet om jezelf proper te maken. Maar dat is voor mij dus een brug te ver. Met enkele studenten uit de novembergroep ben ik gisteren al even naar het nabijgelegen dorpje (de markt) gewandeld een kilometer verder, waar ik een eerste chai heb gedronken en vooral wc-papier en handzeep op de kop heb getikt. Die dweil en de aftrekker breng ik volgende keer wel mee. 😉 Tijdens dat wandelingetje en dat ‘shoppen’ had ik alvast een flashback naar mijn vorige verblijf hier en hoe erg ik het naar mijn zin had. Rondlopen op een plek waar gewoonweg álles anders is dan hoe ik het ken en me daar ook nog eens op mijn gemak voelen, da’s mooi. Out of the comfort zone is where the magic is.

Linguïstische transformaties

Het Indiaas geaccentueerd Engels is ook nog iets waar ik terug moet aan wennen. Heel wat Indiërs spreken goed Engels, hun – gesproken – woordenschat is beter dan de mijne. Het sterke accent en snelle gemompel maken het echter een uitdaging om vlot te begrijpen. En wanneer ze schrijven, is spelling dan weer van minder belang of laat ons zeggen: blootgesteld aan sterke fonetische transformaties. 😉 De Wifi – of ook weer het gebrek eraan – heeft eveneens flashbacks opgeroepen. Het universum vindt het blijkbaar tijd dat mijn geduld weer wat geoefend wordt, iets waar ik namelijk een chronisch gebrek aan heb. Dus berichtjes beantwoorden, iets posten op sociale media of een blogpost online zetten zal dus niet altijd gebeuren wanneer of binnen de tijd dat ik (of jij) dat graag wil.

Niet zinken

Slapen trouwens ook niet… Ik was gisteravond nog/al moe genoeg toen ik om 23u weer onder de (spreekwoordelijke!) wol kroop, hoewel we op dat moment in België nog maar net aan avondeten aan het denken zouden zijn. En om 2u ’s nachts ging het (eveneens spreekwoordelijke) licht weer aan: ik was klaarwakker. Geen specifieke reden, jetlag allicht. Ik ben dan wat beginnen te lezen in mijn ‘dwarsliggertje’, al kon mijn hoofd zich toch niet echt goed concentreren op ‘Oorlog en terpentijn’. Dan maar wat liggen draaien en keren, ventilator aan- en uitzetten, nog wat DEET smeren … Normaal zou ik me focussen op een diepe in- en uitademing en tijdens een bodyscan elk lichaamsdeel al uitademend in de matras laten zinken. Maar er viel weinig te zinken. Net zoals in de vorige ashram is een lattenbodem hier onbekend en lig je op een houten plank. Daar ligt wel een matrasje op, maar ik ben er nog niet uit welk van de twee nu precies het hardst is. Ik heb twee bedden in mijn kamer, dus ik had beide matrassen al gecheckt. En als je de keuze hebt tussen de pest en cholera, kan je ze maar beter combineren tot een gefantaseerde boxspring, waar eveneens bacteriën of vlooien niet uitgesloten zijn. 😉

Heel erg aan yoga doen

Na lang wriemelen en wroeten (van mezelf dan) leek ik precies toch weer wat in te dommelen. Maar ik was natuurlijk vergeten dat er zich overal in India wel ergens op wandel– en vooral gehoorsafstand een tempel bevindt, waar om 5u mantra’s beginnen te schallen. Hopla, weer klaarwakker! Ik heb schitterende oordoppen, die de klaagzangen na een tijd toch ietwat tot slaapliedjes konden vervormen. Maar niet veel later ging de bel in mijn kamer. De novemberstudenten kwamen vragen of ik mee yoga ging doen. Op zo’n moment moet ik inderdaad héél erg aan yoga doen, door vooral eens diep adem te halen, rustig te blijven glimlachen en India nog niet op de eerste dag te laten kennismaken met mijn ochtendhumeur, waar ik maar half in geslaagd ben. 😊 In de ashram was het intussen een lawaai van jewelste door de ashramieten die al druk in de weer waren en vooral de bus bezoekers (schoolmeisjes) die gisteravond gearriveerd is. Het speeltuintje ligt vlak over mijn kamer… Ik besloot gewoon nog even te rusten zonder veel hoop op diepe slaap, maar ik moet uiteindelijk toch ingedommeld zijn, want ik werd opnieuw wakker gebeld door de novemberstudenten: deze keer om te melden dat het ontbijt klaar stond. Oké… ik geef me over aan een nieuwe dag! En ik zie het positief: ik ga straks zo moe zijn dat ik het klokje rond slaap en daar kan geen tempel, deurbel, ashramiet of schoolmeisje iets aan veranderen. #wishfulthinking?

PS. Mijn blogposts zijn naar verluidt ideale wc-lectuur. Ik hoop dat je een grote boodschap had. 😉

6 gedachten over “De eerste 24 uur op Indiase bodem”

  1. Hoi Grete! Blij met dit verslag! Gemakkelijker om mij in te leven, nietwaar? Je hebt op twee dagen blijkbaar al een heel avontuur achter de rug. Hopelijk vind je snel je draai, zowel in slaap- en badkamer 🤔 als daarbuiten. Gezelschap heb je al gevonden dus, duidelijk van allerlei aard ☺️! Hebben ze daar ook Dettoldoekjes 😂? Zouden handig zijn hé!
    Hoe warm is het daar? Om hoe laat begint je dag en wat staat er dan wanneer op je programma? Dat lees ik beslist in je volgend verslagje!
    Zoen!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven